Gelegen op een natuurlijke hoogte in het Teutoburger Woud ligt Tecklenburg, het meest noordelijke bergstadje van Duitsland. De plaats, die in 1226 voor het eerst wordt genoemd, dankt zijn naam aan de „Tecklenburg“, een van de grootste middeleeuwse hoogteburchten van Noordwest-Duitsland, strategisch gelegen ten opzichte van twee belangrijke handelsburchten.
Deze burcht groeide in de loop der eeuwen uit tot een complete stad, waar de akkerburgers, ambachtslieden en notabelen hun eigen panden optrokken. In de zeventiende eeuw verwierf Tecklenburg een belangrijke positie in de linnenweverij. .
Vandaag de dag is Tecklenburg in trek als lucht- en Kneipp-kuuroord. De oorspronkelijke zeventiende-eeuwse plattegrond is nog intact: het historische centrum, de ruïne van de burcht en het driehoekige marktplein vormen een romantische setting.
Marktplein, Legge, Bastion en Amtsgericht, eeuwenoude kerken, het kasteel en Meesenhof, Schiefes Haus, Krummacherhaus en Greiffsches Haus, en niet te vergeten waterkasteel Haus Marck: in Tecklenburg valt voor liefhebbers van historische gebouwen heel wat te ontdekken en veel panden kunnen ook van binnen bezichtigd worden. Zo vertelt elk gebouw zijn eigen unieke verhaal.
Tussen 1885 en 1931 was de beroemde landschapsschilder Otto Modersohn, mede-oprichter van de kunstenaarskolonie in Worpswede, een graag geziene gast in Tecklenburg. Het Otto Modersohn Museum aan de Markt 9, is geheel gewijd aan het artistieke werk van deze kunstenaar.